De geschiedenis

Startschot

De beginjaren:
Wandelsportvereniging NOAD. Deze naam kozen de Bocholtzse wandelliefhebbers op zaterdag 12 juli 1969 tijdens de oprichtingsvergadering. Met die nieuwe naam was de wandelvereniging NOAD opgericht, die in de plaats kwam van de twee jaar eerder in het leven geroepen Supportersclub Math. Hodiamont. Jeu Lemmens lanceerde de naam NOAD, die staat voor N(ooit) O(phouden) A(ltijd) D(oorgaan). Elke zondag zijn nu velen NOAD-leden in kleine groepjes op pad tijdens wandelingen in het Zuidlimburgse, in de Belgische of Duitse grensstreek. De leden wonen niet alleen in Bocholtz, maar komen ook uit andere plaatsen in Limburg en zelfs ver daarbuiten. Het ledental groeide gestaag in de loop der jaren. In 1971 had NOAD 63 leden, van wie 12 jeugdleden. Een jaar later was dat aantal gestegen tot 83, van wie 11 jeugdleden. Met ons 25-jarig bestaan telden we 124 leden en in 2005 is NOAD uitgegroeid tot een vereniging van ruim 150 leden. Bocholtz raakte in de jaren zestig in de ban van de wandelsport toen Math Hodiamont in binnenen buitenland naam maakte als prestatiewandelaar. De eerste NOAD-voorzitter Lou Jagmont was op 2 april 1967 een van de oprichters van Supportersclub Math Hodiamont. Bocholtz kreeg in die tijd zijn vermaarde wandeltochten: de Mergellandroute, de Keiendorptocht en de ter ziele gegane honderd kilometer lange Nacht van Bocholtz. Meteen na de oprichting wandelden NOAD-leden mee in de drieënvijftigste Vierdaagse van Nijmegen. Bij veel prestatietochten in het begin van de jaren zeventig stonden NOAD-leden aan de startstreep. De Mergellandroute werd naderhand een open tocht. Iedereen kon aan deze wandelklassieker over 135 kilometer meedoen.

Groepswandeling:
In het begin ging NOAD als groep in wandeltochten mee keurig in het gelid, Uit volle borst wandelliedjes zingend, werd dan achter het vaandel gemarcheerd. Heel wat keren sleepte NOAD als groep prijzen in de wacht. Zo kende de jury op 4 oktober 1970 NOAD, dat toen twintig kilometer wandelde in Maastricht, 669 punten toe. Dat was goed voor een eerste prijs. Bovendien werd toen de extra prijs voor goed gedrag mee naar Bocholtz genomen. Een enkele keer ging het ook eens mis, zoals in Schaesberg waar de zestien NOAD-wandelaars op 5 april 1970 twintig kilometer wandelden, maar buiten de prijzen vielen. In de loop der jaren raakte het groepswandelen uit de mode. Wandelen is herontdekt als aangename ontspanning. De afgelopen jaren trekken de wandeltochten van NOAD steeds meer wandelliefhebbers. De sportwandelaar is meteen herkenbaar tussen de recreatiewandelaar. Hij draait op volle toeren en legt een afstand af van tussen de zes en zeven kilometer per uur terwijl de niet-sportwandelaar een kleine vijf kilometer per uur stapt. De sportwandelaar kiest meestal voor langere afstanden twintig of zelfs tweeënveertig kilometer.

Kampioen:
Nauwelijks drie jaar bestond NOAD toen het in 1972 de strijd om het Nederlandse wandelkampioenschap voor teams van de NLAWB (lange afstandswandelbond) naar Bocholtz haalde. Het vier man sterke A-team van NOAD sleepte tijdens deze thuiswedstrijd de vierde plaats in de wacht. Twee jaar later deed NOAD op 27 april 1974 een gooi naar de titel tijdens het nationaal kampioenschap in het Friese St Jacobiparochie. En NOAD werd landskampioen. Aan dit kampioenschap gingen veel trainingsronden vooraf in het Langveld. Korte tijd legden leden van NOAD zich ook toe op snelwandelen. Vier heren- en een damesteam mengden zich op 12 april 1970 in het Brabantse St Oedenrode in de strijd om de landstitel. Het eerste NOAD-team, bestaande uit vier wandelaars, legde beslag op de zesde plaats. Vijfendertig kilometer moesten worden afgelegd. De tijd die de eerste drie teamleden op de chronometer lieten afdrukken, werd bij elkaar opgeteld. De drie eerste binnenkomers van het NOAD-team hadden samen 12 uur 46 minuten en 9 seconden nodig om het parcours af te leggen.

Centurion:
Het wandelen van lange afstanden heeft heel wat leden van NOAD steeds weer aangetrokken. Tachtig kilometer, honderd kilometer en zelfs de honderd mijl, oftewel honderdeenenzestig kilometer. Het wandelen van de honderd mijl binnen vierentwintig uur is in Engeland een topprestatie. De wandelaar die aan de gestelde limiet voldoet, wordt opgenomen in de Centurionbroederschap. Tien leden van NOAD zijn lid van deze broederschap. Sinds enkele jaren kan ook de titel Continental Centurion bemachtigd worden door de honderd mijl in dezelfde tild op het vasteland af te leggen. Zeven NOAD-leden hebben deze titel in de wacht gesleept. Het bijzondere aan het Centurionschap is dat, wie de tocht volbrengt binnen de gestelde tijdslimiet, een persoonlijk nummer krijgt. Niemand anders krijgt ooit nog dat Centurionnummer. Het nummer vertelt als hoeveelste wandelaar de bezitter de honderd mijl heeft afgelegd.

Nacht van Bocholtz

Lange afstanden:
De ware uitdaging voor de wandelsporter zijn de meerdaagse wandeltocht en de lange afstandstocht in binnen- en buitenland. De lange afstandstochten beginnen meer en meer in zwang te komen. NOAD is steeds bij lange afstandstochten en meerdaagse tochten van de partij. NOAD-wandelaars ontbreken niet in de Vierdaagse van Nijmegen, de Vierdaagse van Apeldoorn, de Nacht van Gulpen, de tachtig kilometer lange Kennedymars, Amsterdam-Leeuwarden over 150 kilometer de honderd kilometer lange Dodentocht in het Belgische Bornum en de 110 kilometer tussen Pombliere en Houffalize. De lange afstandwandelaar ziet wel eens af onderweg, zo blijkt uit aantekeningen in de wandelboekjes Een Noad-wandelaar beschrijft zijn ervaringen tijdens een Kennedymars als volgt: "De weg is eindeloos lang. Vooral de rechte stukken zijn eindeloos lang. De weg doet pijn aan mijn voeten De EHBO is goed". Geen wandeltocht in Bocholtz of het Rode Kruis is erbij. NOAD en Rode Kruis ziln onafscheidelijk. De Rode Kruisers prikken niet alleen blaren. Ze masseren en beslissen ook mee of wandelaars de strijd moeten opgeven.